Behoudens het bepaalde in artikel 35, wordt vrijstelling verleend voor zaaigoed, meststoffen en producten voor de behandeling van bodem en gewassen, bestemd voor de exploitatie van landerijen welke in de Gemeenschap gelegen zijn, in de onmiddellijke nabijheid van een derde land of derdelandsgebied, en die worden geëxploiteerd door landbouwproducenten die de zetel van hun bedrijf in dat land of dat gebied hebben, in de onmiddellijke nabijheid van het grondgebied van de Gemeenschap.